Staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken gaat bekijken of er sprake is van oneerlijke concurrentie bij de aanschaf van elektrische bussen. Wim van der Leegte, eigenaar van familieconcern VDL Groep, beklaagt zich over het mislopen van twee orders. Die gingen naar Chinese bedrijven.
De staatssecretaris heeft volgens de NOS begrip voor Van der Leegte en zal eerst nog moeten onderzoeken of de aanschaf wel onder haar bewind valt.
Het gaat om twee orders. De aankoop van 259 bussen door ov-bedrijf Keolis begin deze maand en de aanschaf van 156 bussen door het moederbedrijf van Connexxion.
Van der Leegte schrijft in een opiniestuk zich zorgen te maken over de toekomst van zijn medewerkers. Een betere inkoopprijs in China valt in het niet bij de bijdrage die een order in Nederland de samenleving oplevert, stelt hij verder.
De handelsbalans tussen Nederland en China
Van der Leegte stelt dat China voor 35 miljard euro goederen naar Nederland exporteert. Daar staat volgens hem maar 10 miljard euro aan Nederlandse goederen tegenover. “De handelsbalans is dus uit het lood en China trekt onze werkgelegenheid weg”, zo schrijft hij.
Volgens de topman van de busleverancier zouden Nederland en Europa er goed aan doen het speelveld in de handel gelijk te trekken. Zo ziet hij hoge importheffingen in China, maar hier betalen Chinezen "nauwelijks importheffingen".
"Door de deur wagenwijd open te zetten voor de import van Chinese producten zet Europa eigenhandig onze welvaart op het spel", vindt van der Leegte. Hij vindt het moeilijk te verkopen dat het kabinet constateert dat het Aziatische land zich schuldig maakt aan oneerlijke handelspraktijken, maar we er wel 415 elektrische bussen aankopen. "Wie het nog begrijpt, mag het zeggen".